
🌙 Onder Zijn Ogen
Emma was voor de buitenwereld een doorsnee jonge vrouw. Op haar werk zat ze tussen haar collega’s te typen, grapjes te maken bij de koffieautomaat. Maar onder haar glimlach leefde een waarheid die ze met niemand deelde.
Iedereen wist dat ze gelukkig getrouwd was met Thomas, een jonge getalenteerde boekhouder. Maar niemand wist dat ze geobsedeerd was. Ze was geobsedeerd door haar eigen man Thomas.
In de stilte van haar kantoor klikte ze soms haar telefoon open. Niet om mails te checken, niet om het nieuws te lezen, maar om foto’s van Thomas te bekijken. Een selfie die hij snel had gemaakt, een vakantiekiekje aan zee, zelfs wazige snapshots die hij nooit had bedoeld om te bewaren. Zodra niemand keek, gleed haar blik eroverheen. Alsof ze bang was dat hij zou verdwijnen als ze hem niet keer op keer bevestigde.
En ’s nachts… ’s nachts begon het pas echt. Dan zat ze in bed, de kamer verduisterd, en luisterde ze naar het ritme van zijn adem. Soms boog ze voorover, zo dichtbij dat ze zijn wimpers kon tellen. Ze stelde zich voor dat hij wakker werd en haar betrapte , de gedachte alleen al joeg een koude rilling door haar lijf. Want wat dan? Zou hij haar raar vinden? Zou hij weglopen? Het vreemde was, ze wachtte af tot hij sliep, en diep. Ze merkte dat aan zijn zware ademhaling. En dan begon ze zijn gezicht en lichaam te bestuderen. Elke rimpel, elke vouw, alles wilde ze aandachtig bekijken. Soms hield ze haar hand net boven zijn gezicht. Niet om hem aan te raken, maar om zijn warme stralende energie te voelen tegen haar hand. Alles vond ze perfect aan hem en ze werd gehypnotiseerd door zijn schoonheid.
Hoe meer ze haar geheim probeerde te verbergen, hoe sterker de drang werd.
Ze begon kleine dingen te doen die ze niet kon uitleggen. Zijn hemd ruiken terwijl hij onder de douche stond. Zich excuseren om vroeger naar huis te komen, alleen om hem te kunnen zien slapen in de zetel.
Op haar werk werd het steeds riskanter. Eén keer keek een collega toevallig over haar schouder en ze sloot zo abrupt haar scherm dat de ander verbaasd vroeg: “Alles goed, Emma?” Ze lachte het weg, maar haar hart bonsde in haar keel.
De nachten werden zwaarder. Ze begon niet alleen te kijken, maar ook te fluisteren. Woorden die nooit bedoeld waren om gehoord te worden. “Je bent van mij. Alleen van mij.”
Op een avond, terwijl de regen tegen de ramen sloeg, stond ze op uit bed. Ze ging naast hem zitten en streek met haar vingers net boven zijn huid, zonder hem aan te raken. Ze wilde méér. Ze wilde controle. Voor het eerst dacht ze: wat als hij ooit weggaat? Wat als hij me verlaat?
De gedachte bleef hangen, donker en kleverig. Overdag glimlachte ze. ’s Nachts werd ze een schaduw, een wachter. En diep vanbinnen groeide iets dat gevaarlijk dicht bij de grens lag.
Emma wist: liefde kan zacht zijn. Maar als je ze te hard vasthoudt, kan zelfs liefde dodelijk worden.
🌒 Onder Zijn Ogen – Deel II
Thomas begon het eerst te voelen in de kleinste dingen.
Hij werd ’s nachts soms wakker met het gevoel dat iemand naar hem keek. Het waren van die momenten dat je ogen vanzelf openvliegen, zonder reden. Dan draaide hij zich om, en zag Emma liggen, schijnbaar slapend. Toch voelde hij het: iets klopte niet.
Overdag merkte hij hoe ze hem vaker belde. Niet zomaar: ze stelde vragen die nergens over gingen. “Hoe laat kom je precies thuis?” “Met wie lunch je?” Haar stem was altijd vriendelijk, maar in haar toon zat een honger die hij niet begreep.
Emma merkte dat hij vragen begon te stellen. “Waarom kijk je me zo aan?” “Heb je vannacht niet geslapen?” Ze lachte alles weg. Maar vanbinnen gierde de paniek. Ze moest nog beter oppassen. Niemand mocht weten.
Toch kon ze niet stoppen.
Op haar werk, achter haar computerscherm, klikte ze weer door de galerij met zijn foto’s. Ze zoomde in op zijn ogen, zijn mond. Ze stelde zich voor dat hij naast haar zat. Soms betrapte ze zichzelf erop dat ze zacht fluisterde: “Mijn Thomas.”
Op een middag, toen ze haar telefoon iets te snel wegschoof, ving een collega toch een glimp op. “Da’s al de derde keer dat ik je vriend zie vandaag,” zei die met een knipoog. Emma lachte krampachtig, maar in haar buik kneep iets samen. Ze mogen niets weten. Niemand mag weten.
Die nacht werd Thomas wakker.
Zijn ogen hadden zich net aan het donker aangepast toen hij het zag: Emma zat rechtop, haar gezicht op een paar centimeter van het zijne. Ogen groot, adem zacht. Niet zoals iemand die per ongeluk wakker was geworden, maar als iemand die al uren had gekeken.
“Emma… wat doe je?” Zijn stem trilde.
Ze schrok, lachte nerveus. “Niets… ik kon niet slapen.” Ze draaide zich weg, maar haar hart bonsde zo luid dat ze bang was dat hij het kon horen.
Vanaf die nacht begon Thomas te letten op haar gedrag. Hoe vaak ze staarde, hoe vaak ze hem volgde met haar ogen, zelfs bij de meest banale dingen. Het leek alsof hij in een glazen kooi leefde, altijd bekeken, nooit meer alleen.
En Emma? Hoe harder hij opmerkte, hoe dieper haar obsessie werd. Want nu zat er angst bij: de angst dat hij alles doorzag.
Ze hield van hem. Ze was bang voor hem.
En ergens, heel diep, begon ze te denken: Als hij me verlaat… wat blijft er dan nog over van mij?
Maak jouw eigen website met JouwWeb