Het verhaal van Bea

Ze wenken me van ver, terwijl ik onnozele kleine stickertjes op hun producten plak met de snelheid van een TGV. Meneer D en Meneer B met hun flair en fancy kostuum dat geld en business uitstraalt. Ik volg ze , en loop achter hun aan door de smalle gangen van het bedrijf.
We komen in een kleine lege vergaderruimte aan , en in die ruimte is het behoorlijk koud. 
Wanneer ze willen zitten en me gebieden om te gaan zitten aan de grote vierkante tafel voor een aankomend gesprek ben ik me nog steeds van geen enkel kwaad bewust. Als meneer B echter opmerkt hoe koud het is in de ruimte en de verwarmingsknop op 5 zet, doet me deze handeling vermoeden dat dit gesprek wel even kan duren.
Met angstige grote ogen probeer ik mezelf professioneel te houden, wat natuurlijk moeilijk is als je een krop in je keel krijgt, niet wetende wat er gaat komen. 
Ze beginnen heel rustig mij te evalueren en raar of niet, er komt eigenlijk geen negatieve feedback.  
Daar zit ik dan. Net een klein bang muisje. Afwachtende beleefde houding tegenover je superieuren. Tot de vreselijke zin valt, 'We moeten je laten gaan.' En ja hoor. Deze zin viel.
"Wow, we moeten je laten gaan" de woorden blijven in mijn hoofd weergalmen terwijl ze nog steeds aan het praten zijn, maar de daaropvolgende woorden geraken niet tot aan mijn gehoor omdat ik nog steeds in schok ben. Mijn ogen worden waterig en de tranen zijn klaar om te stromen maar ik wil dit niet laten zien. Ik vraag hun om me te excuseren voor een toiletbreak , en ze antwoordden met , natuurlijk, geen enkel probleem.
Ik verlaat de ruimte.
Adem diep. 
Ik zie in de verte mijn collega staan inpakken. 
Ik ga naar haar toe en geef haar een knuffel. Ze troost me maar weet niet wat er aan de hand is. Later verteld ze me dat ze dacht dat ik was gevallen.
Na deze korte emotionele onderbreking begeef ik me opnieuw naar de ijzig koude vergaderruimte.
Met goede moed, of zal ik zeggen met moed ga ik terug naar binnen waar de twee selfmade heren me zitten op te wachten.
Ik wil weten wat er aan de hand is en probeer met een sterke stem dit te vragen. Ze antwoorden met voor mij zeer vreemd klinkende woorden.
 " Dit is je droomjob niet" 
Jazeker, ze hebben gelijk.
Mijn droomjob is niet het inpakken van medicijnen aan de lopende band zonder tijd om te drinken of naar toilet te gaan omdat snelheid daar even belangrijk is als zuurstof.
Mijn droomjob is niet 10 uur lang per dag klaar staan en werken met een zeer ongezonde niet ergonomische houding, waarvan de enige zekerheid het werk me bied is , de zekerheid dat ik binnen 5 jaar rugpatiënt wordt.
Mijn droomjob is niet mijn werk uitvoeren in een grote stoffige ruimte waar robuuste TL lampen het plafond (ont)sieren. Dit soort werkruimte laten mijn ogen branden door de lampen, bezorgen mij hoofdpijn en laat me om de haverklap niezen omdat er zoveel stof ronddwarelt.
Mijn droomjob is niet  werken met mensen die geen tijd noch zin hebben om met je te praten, en wanneer het lunchbreak is , er een ijzige stilte valt, waarmee je iedereen kunt horen smakken op zijn droge boterhammetjes dat je zelfs kan horen wat er op hun boterham is gesmeerd. 
Mijn droomjob is niet werken voor mensen , die succesvol zijn, en het goed hebben, maar jijzelf moet je beschermen door elk uur dat je gewerkt hebt op te schrijven omdat de uren die je maakt nooit overeenkomen met de uren die ze je betalen. Waardoor je bijna elke week als een onnozele kip aan de bureau staat bij de baas om te vragen dit te herbekijken omdat het niet klopt.

Ze zetten hun zin kracht bij met meer uitleg over passie en ambitie.
Ik kon mijn tranen niet meer verbergen en luisterde met teginzin naar hun commentaren.
Ze bedankten me om het geheel af te ronden. 
Jazeker, ze hebben gelijk, dit was mijn droomjob niet.
Maar 
een mens moet kunnen leven, en een moeder moet ervoor zorgen dat haar kinderen niets tekort komen.

Daarna
stapte ik in de auto,
reed ik  naar huis
Ging ik in bad
rolde ik  in bed
Viel ik in slaap
en droomde ik van een nieuwe pagina...​